Bij een goede beschikbaarheid van nutriënten uit de bodem,  wordt vaak direct gedacht aan de pH. Dat is verstandig, maar zeker niet het enige aandachtspunt om de bodem gezond te houden. Er zijn meer aspecten belangrijk om een optimaal leverende bodem te realiseren en te behouden.

  • pH
    De ‘ideale’ pH van de bodem ligt rond de 5,5.* Bij deze pH zijn de regenwormen, echte structuurverbeteraars het meest actief. Op tijd en voldoende bekalken is hierdoor extra belangrijk.
    * Is afhankelijk van de bodemsoort; veen, zand en klei. Elke grond heeft haar eigen ideale pH.
  • Bemesting
    Bemesting die is afgepast op de behoefte van de bodem en het gewas. Oud grasland bijvoorbeeld, heeft vaak een hoog organische stof gehalte. Hierop hoeft daarom minder vaste mest. Percelen waarop mais wordt geteeld,  kunnen de organische stof uit vaste mest wel gebruiken.
  • Ontwatering
    Een te nat perceel heeft invloed op het bodemleven, de stikstoflevering uit de bodem en de kwaliteit en opbrengst van het gewas. Anderzijds heeft een te droog perceel om dezelfde redenen nadelige gevolgen.
  • Rust
    Grasland vernieuwen en grondbewerking voor bouwland is niet altijd te voorkomen,  maar elke vorm van grondbewerking is nadelig voor het bodemleven en het vermogen van de bodem om nutriënten te leveren. Dit moet na elke bewerking weer opnieuw op gang komen: schimmels en bacteriën moeten weer groeien, wormen en mollen moeten weer gangen maken. De bodemstructuur moet weer opnieuw vorm krijgen. 
  • Grondbewerking
    Daarbij komt er met grondbewerking extra zuurstof in de bodem, wat de omzetting van organische stof versneld. Dit is nadelig voor het bodemleven omdat er ook een tekort aan beschikbaar organische stof kan ontstaan.
  • Gebruik groenbemester
    Groenbemesters helpen tegen uitspoeling van nutriënten, maar dat is niet de enige reden waarom een groenbemester na maisteelt of gebruik als bouwland interessant kan zijn om in te zetten. Ook helpt een groenbemester door het wortelstelsel om de bodemstructuur op gang te krijgen en helpt het om het bodemleven en de opbouw van organische stof  op gang te komen. Dit is belangrijk voor het slagen van het volgende gewas. Als er na maisteelt een groenbemester wordt ingezet, is de kans van een succesvol gewas in het volgende teeltseizoen groter, juist omdat de groenbemester zorgt voor een hoger organische stof gehalte en daardoor voor het bodemleven. 
  • Onkruidbestrijding
    Onkruidbestrijding heeft altijd invloed op het bodemleven. Zowel met herbiciden, het gebruik van zout als mechanisch onkruidbestrijding. Het gebruik van herbiciden heeft invloed op het bodemleven omdat het doodgespoten gewas wordt verwerkt voor het bodemleven. Dit komt dus ook in het bodemleven terecht en er zal dus ook bodemleven door afsterven.

    Het gebruik van zout heeft invloed op het natriumgehalte in de bodem. Een te hoog natrium (verzilting) zorgt voor het afsterven van het bodemleven.
    Mechanisch onkruid bestrijden is wel de beste manier, maar omdat de bodemomstandigheden (ph en gifstoffen) gelijk blijven. Wel kan structuurbederf zorg voor een verstoord bodemleven.

Bodemleven

BodEMLEVEN PER GRONDSOorT

In dit schema is van verschillende grondsoorten te zien hoe de bodem is opgebouwd en hoeveel bodemleven er is. Het verschil tussen de grondsoorten is vrij groot. In het veenperceel is bijvoorbeeld 33,5% organische stof aanwezig, terwijl in het perceel lichte klei maar 2,8 organische stof aanwezig is

Ook is er veel verschil in bodemleven tussen de verschillende percelen. Hier vallen de percelen met het hoogste organische stof gehalten op: deze percelen hebben ook het meeste microbiële massa en microbiële activiteit. Het bodemleven is op deze percelen het meest actief om organische stof om te zetten naar beschikbare voeding voor het gewas.

Echter, de schimmel-/bacteriënratio is hier het kleinste, omdat er veel stikstof en zwavel uit de bodem vrij komt. Dit gebeurt vooral door de aanwezige bacteriën in de bodem en minder door schimmels.

De veenpercelen hebben een N-leverend vermogen van 250 kg/ha en een zwavel leverend vermogen van 30-40 kg/ha. In vergelijking met bijvoorbeeld het zavelperceel is dit hoog. Zavel en zand leveren 95-145 kg Stikstof en 20-30 kg zwavel per hectare.

Deze bodemeigenschappen zijn niet zomaar te beïnvloeden, maar door goed om te gaan met de bodem – bekalken, betreden wanneer het écht kan en goed bemesten-  zijn de omstandigheden voor het bodemleven positief te beïnvloeden en dit draagt bij aan een gezondere bodem.

× Kunnen we je helpen?