De drie termen in de titel hebben voor veel melkveehouders een hoop onrust gebracht en nog steeds is er veel onzeker. Toch gaan ze per 1 januari 2023 in.

Per onderwerp wordt er in dit artikel toegelicht wat de mogelijkheden kunnen zijn voor een ‘derogatiebedrijf’.
Als uitgangspunt wordt er gewerkt met een bedrijf van in totaal 50 hectare met 20 hectare blijvend grasland,
20 hectare tijdelijk grasland en 10 hectare snijmais.

Derogatie

Derogatie wordt, zoals in onderstaande tabel staat weergegeven, afgebouwd.
Voor 2022 zijn de derogatie-eisen nog gelijk aan 2021.
Vanaf 2023 komen de echte veranderingen, omdat er minder plaatsingsruimte voor mest per hectare komt (Tabel 1). 

Tabel 1. Stikstofruimte per hectare, per regio, per jaar
Tabel 2. Voorbeeldberekening 'recht' rekenen verdwenen derogatie

Voorbeeld:

Een melkveebedrijf met in totaal 50 ha grond, waarvan 10 ha snijmaïs, heeft vanaf 2023 1,7 hectare meer grond nodig om dezelfde hoeveelheid mest kwijt te kunnen ivm afbouwen van de derogatie. In de tabel hiernaast is het overzichtelijk terug te vinden hoeveel grond er extra nodig is om de verdwenen derogatie weer ‘recht’ te rekenen.

Naast dat de plaatsingsruimte voor mest wijzigt, vervallen ook de toeslagrechten per 31 december 2022. Hiervoor in de plaats komt het GLB, die gecombineerd kan worden met de Ecoregelingen.

Het GLB geeft recht op een basispremie van 220 euro per hectare. Voor de 1e 40 hectare komt daar nog 54 euro bij. Dit wordt dus in totaal 274 euro per hectare.

De overige percelen behouden de 220 euro per hectare. (Zie tabel 3) 

Voor een bedrijf met 50 hectare in totaal zal de de GLB-regeling 13.160 euro opbrengen.

Tabel 3. Opbrengst GBL-toeslagen

GLB en Ecoregeling

De GLB-premie kan verhoogd worden door mee te doen aan de Ecoregelingen. In deze regelingen moeten punten gescoord worden voor verschillende doelen: klimaat, bodem, water, landschap en biodiversiteit.

Hoeveel punten er nodig zijn wisselt per bedrijf, per teeltplan, maar ook per regio. Voor elk doel is een eigen quotum m.b.t. punten. Om aan de beloning klasse brons, zilver of goud te komen moeten alle quota van het puntensysteem behaald worden.

Regio 1 en regio 2
In de ecoregelingen wordt er gewerkt met twee regio`s: regio 1 en regio 2. Deze zijn terug te vinden op de kaart van afbeelding 1.

Onder regio 1 vallen de gebieden:

Veenkoloniën, Oostelijke Beekdalen en Ontginningen, Zuidelijke Beekdalen en Ontginningen

Onder regio 2 vallen:

Bouwhoek, Hogeland en Oldambt, Noordelijk weidegebied, Flevopolders, 

Westelijk Holland, Zuidwestelijk Delta en Rivierenland

De eisen voor de 2 regio`s zijn onderling verschillend. Ook de mogelijkheden om aan voldoende punten te komen wisselen per regio.

Afbeelding 1: Regioverdeling

Voor een derogatie bedrijf zoals in dit artikel  beschreven, met 40 ha grasland (waarvan 20 ha blijvend grasland en 20 ha tijdelijk grasland) met daarbij 10 ha snijmais, is het in beide regio`s mogelijk om in klasse zilver te komen.

Voor het bedrijf in regio 1 is minimaal overdag weiden, een belangrijk onderdeel om voldoende punten te halen (afbeelding2). Daarbij zijn onderzaai bij de snijmaïs en de 20 hectare blijvend grasland essentieel om uiteindelijk bij klasse zilver uit te komen en daarmee 100 euro premie per hectare erbij te krijgen.

Voor hetzelfde voorbeeld-bedrijf in regio 2 is de ecoregeling ook vrij goed te behalen (afbeelding 3). Belangrijke voorwaarden zijn: overdag weiden en 6 hectare kruidenrijk grasland. Ook moet er altijd gewerkt worden met groenbedekking tussen 1 januari en 28 februari of onderzaai bij de maisteelt.

Met deze aanvullingen komt het bedrijf in regio 2 ook in klasse zilver,  waardoor de waarde van de ecoregeling ook op 100 euro per hectare uit komt.

Afbeelding 2. Ecoregeling puntensysteem en waarde bedrijf in regio 1.
Afbeelding 3. Ecoregeling puntensysteem en waarde bedrijf in regio 2.

Bedrijven zoals in de voorbeelden hierboven beschreven, moeten heel wat investeren om in klasse goud te komen. Dit omdat ze nu onderin de klasse zilver zitten en voor de klasse goud op 200 euro moeten uitkomen. Dit is in veel gevallen (nog) niet haalbaar: met dag en nacht weiden, volledig kruidenrijk grasland en onderzaai op de maispercelen vraagt dit zoveel investeringen dat dit voor veel melkveehouders (nog) niet realistisch is.

Biologische bedrijven vallen hier wel direct in.

Kortom, voor de meeste bedrijven is het GLB een nieuwe kans maar niet perse een beperking. 
Ga er eens over in gesprek met je adviseur om te kijken wat de mogelijkheden voor jouw bedrijf zijn.

Wil je zelf eens kijken wat het betekend voor jouw bedrijf? 

Kijk dan eens op de rekentool van RVO: https://mijn.rvo.nl/simulatietool-nieuw-glb

× Kunnen we je helpen?