Bijna dagelijks horen we van onze klanten dat de mais er mooi bij staat dit jaar. Ook Maismeetnet meldt dat de mais gemiddeld een meter langer is dan vorig jaar. Dat zou moeten resulteren in een topopbrengst!
Vergeet echter niet dat bij heel veel massa de verhouding kolf versus restplant in het voordeel zal zijn van de hoeveelheid blad en stengel. Wetende dat de voederwaarde voornamelijk uit de kolf komt, kan de voederwaarde van snijmais tegenvallen.
De kans is daarom groot dat we met de massa mais van 2017 een lage voederwaarde per kg drogestof krijgen. Om de voederwaarde (per kg ds) hoger te krijgen, is hoger hakselen een goede optie. Uit onderzoek blijkt dat per 10 cm hoger hakselen, de hoeveelheid zetmeel ongeveer toeneemt met 15 gr/kg ds. Stel dat we de stoppelhoogte verschuiven van 10 cm naar 40 cm, dan zorgt dit voor (3 x 15 = ) 45 gram extra zetmeel per kg drogestof.
Minder krachtvoer
We nemen de kwaliteit van de snijmais in 2015 als voorbeeld; ook in dat jaar was er veel massa met goede kolven. Maar door de verdunning met veel stengel en blad vielen de kuilanalyses behoorlijk tegen! Het gemiddelde zetmeelgehalte van de maiskuilen uit Noord-Nederland was dat jaar 322 gr zetmeel/kg ds. Met een VEM van 944. Het jaar 2016 bracht minder massa maar wel kwaliteit; gemiddeld in Noord-Nederland 994 VEM met 383 gr zetmeel/kg ds. Een aanzienlijk verschil dat wij in het krachtvoerverbruik duidelijk terug konden zien. Gemiddeld was er 6-8 kg krachtvoer per 100 kg vet gecorrigeerde melk meer nodig in de winterperiode 2015-2016 dan in de winterperiode 2016-2017, waarin de goede mais van 2016 werd gevoerd. En 6 tot 8 kg krachtvoer per 100 kg FCM, is al snel 2-3 kg krachtvoer per koe per dag.
Keuze voor CCM of MKS
Een tweede optie is een gedeelte van de snijmais als CCM of MKS te oogsten. Op die manier wordt een hogere energiedichtheid verkregen. Aangezien de meeste bedrijven een zeer royale voorraad aan graskuil hebben, is het niet nodig om alle mais als snijmais in te kuilen. Voorwaarde is wel dat er voldoende structuur in de graskuilen zit of de bereidheid om goede kwaliteit structuur aan te kopen. Daarnaast verdienen mineralen en vitaminen extra aandacht en hoeft er in de meeste gevallen minder eiwit aangekocht te worden.. Voldoende toevoeging van propionzuur is belang wanneer er een jaar lang MKS of CCM gevoerd gaat worden. gaat voeren. De norm is 2 liter per ton product, maar voor een jaar lang voeren is het raadzaam 4-6 liter per ton toevoegen.
Oogst | Silomais
10 cm haksellengte | Silomais
60 cm haksellengte | Silomaïs
110 cm haksellengte | MKS | Korrelmaïs
CCM |
Kg ds opbrengst | 100% | 93% | 85% | 63% | 55% |
Eiwit/kg ds | 6,5% | 6.85% | 7,2% | 9% | 10% |
Zetmeel/kg ds | 39% | 44% | 49% | 67.5% | 75% |
Bron: Maïsteler aug 2017
De uiteindelijke stoppel welke overblijft na hoger hakselen kan via een bloter of klepelmaaier bewerkt en ondergeploegd worden. Dit geldt ook voor het (gehakselde) stro wat achterblijft na een CCM of MKS oogst. Dit is belangrijk om zo de schimmeldruk te verlagen. Het stro van CCM of MKS geeft ca. 2100 kg effectieve organische stof per ha; dit is 3,2 keer meer dan traditioneel geoogste mais. Daarnaast is het mais-stro goed voor ongeveer 70 kg stikstof, 60 kg fosfaat en 150 kg kali aan nutriënten die beschikbaar komen voor het volgende gewas.
Voor het oogsten van mais als CCM of MKS gelden een heel aantal ‘spelregels’.
Meer weten? Neem voor advies contact op met VIB: 0592-614 265 / vib@vibsonsulting.nl