
Het is herfst, tijd om letterlijk de (voer) balans op te maken. Heb ik genoeg voer voor het komende jaar? Een belangrijke vraag die je nu beantwoord wilt hebben om te kunnen plannen voor het komende jaar. Je wilt niet halverwege het seizoen voor verassingen komen te staan waardoor je noodgedwongen (duur) ruwvoer of krachtvoer moet bijkopen. Je wilt als ondernemer kunnen inspelen op de markt. Als je weet wat je wanneer nodig hebt kun je gaan spelen met de voerinkoop waarmee je financieel voordeel kunt behalen.
Maar eerst terug naar het begin, het opstellen van de voerbalans. Hoe doe je dat ook al weer?
Waarschijnlijk heb je dit tijdens je studie wel eens gedaan; een stalvoerbalans maken. In mijn studietijd, lang geleden, werden de kuilen opgemeten en met een tabel uit het handboek werd berekend hoeveel droge stof er op het bedrijf aanwezig was. Vervolgens werden alle kalveren, pinken en koeien en misschien nog een stier geteld. Dan bepaalden we hoeveel dagen de koeien op stal staan. Per kalf, pink, koe, en stier berekenden we wat ze per dag opvreten. Dit deed je keer het aantal staldagen en je wist hoeveel voer er nodig was. Je moest dan nog enkele correcties toepassen voor bewaar en voederverliezen. Vervolgens deed je de voorraad minus de benodigde hoeveelheid en voilà je wist of je voldoende hebt of niet.
Ik heb nieuws : Het gaat nog steeds op dezelfde wijze! Alleen hoef je nu niet meer de kuilen op te meten, want als je alle kuilen onderzocht hebt, vindt je de hoeveelheden droge stof op het analyse formulier; dat scheelt! Het aantal koeien staat op de MPR waardoor je alleen nog het aantal kalveren en pinken moet tellen. Echter door de mestwet wordt dit aantal op de meeste bedrijven steeds kleiner dus veel mensen zijn snel uitgeteld. Heb je deze gegevens verzameld wissel ze dan uit met jouw adviseur en er kan een voerbalans worden opgesteld.
Helaas werkt het in de praktijk niet zo vlot. Veel kuilen moeten nog onderzocht worden of men wacht zelfs zo lang dat er al van gevoerd wordt voordat de kuil onderzocht wordt. Ik hoor je denken; “ja maar de maiskuil moet toch eerst minimaal 4 weken zitten voordat we hem kunnen onderzoeken?” Klopt helemaal. Om toch een inschatting te maken van de maisopbrengst moeten we de maiskuil zelf meten of we nemen het aantal hectares keer een bepaalde opbrengst. Het gaat ons echter ook om de kwaliteit van de kuilen om inzicht te krijgen of er nog aangekocht moet worden. Je zult dus de uitslag van het onderzoek moeten afwachten om te kunnen bepalen of de kwaliteit gecorrigeerd moet worden.
Mocht je nog niet overtuigd zijn om een voerbalans te maken dan hierbij onze praktijkervaring: Veel veehouders kijken naar het aantal silo’s dat vol zit en bepalen hierop of ze voldoende voer hebben of niet. Er is dit jaar natuurlijk veel gras gegroeid, maar een oude boerenwijsheid zegt: “Wanneer er veel groeit ben je ook veel nodig”. De eerste klanten hebben hier inmiddels ervaring mee, want zij zien dat er per week veel kuilvoer door gaat. Dit komt enerzijds door het lage ds% van een aantal kuilen en anderzijds door de hoge verteerbaarheid van een aantal kuilen, waardoor het voer door de koeien heen vliegt. Bij een laag ds% bevat een kuub graskuil al snel 20 kg ds minder. Bij een kuil van 10 x 2 x 40 = 800 m³ x 20 = 12.000 kg ds. Bij 80 koeien met een opname van 9 kg ds uit kuil is dit 17 dagen korter voeren. Wanneer er dan 3 van dit soort silo’s zijn hebben we het over ruim 1,5 maand.
Meten is weten en met weten kun je plannen. Wil je samen met jouw adviseur de balans opstellen geef dit aan tijdens het bezoek of neem contact op met ons kantoor via: +31(0) 592 614 265 of vib@vibconsulting.nl.
Veel succes!
Alidus Hidding